Dat de kwaliteit van de houten camouflagedeuren niet altijd even goed was mag blijken uit onderhoudsbeurten die de bunkers kregen. In nota's van 8 november, 23 november en 2 december 1935 vindt men meerdere bunkernummers terug die allen met hetzelfde probleem te kampen hadden. Houten deuren die niet wilden openen omdat ze geklemd zaten in hun omlijsting of deuren die voor de dood, na het openen niet meer wilden sluiten. Dit was in die nota's zo voor de bunkers A20, A27, A39, Av1, Av7, Av8, C8, C10, D12, D13, D14, Mu15 (wegens poging tot inbraak), Mu17, Mu25 en Se11.
Sommige deuren konden dan weer niet geopend worden omdat de sloten vervuild geraakten met grond (al dan niet doelbewust gebeurd). Dit was zo voor A19, B20 en B28.
Andere deuren bleken niet open te krijgen omdat de bijhorende sleutels toen reeds niet meer aan de sleutelbos bleken te zitten of omdat het hangslot reeds verdwenen bleek te zijn en het bunkertje dus gewoon open stond. Dit was toen zo voor A34 en A35 (hangsloten ontbrekent), Deze opmerking bleek zo goed als algemeen voor alle bunkers op Betsberg, As6, Av8, Av10 (hangslot ontbreekt), Av13 (slot aan toegang is los), B26, D13 (beschadigd slot), D15 en Mu3 (hangslot ligt geforceerd op de grond). |